woensdag 3 februari 2010

Dinsdag 2 februari: Ahmedabad

En dan zitten we weer in de bus en kijken……….
Wat zie je op de stoep? Geen plaats voor voetgangers; wel een ontbijtcafeetje met klanten zittend op de grond en een vuurtje voor thee; slapende mensen en honden; geparkeerde scooters en brommers; grote gaten in het wegdek.



Vlak onder je busraam schieten scooters voorbij. Twee personen erop is zeldzaam; vader aan het stuur met de zoon voor hem en moeder en dochter achterop en dat alles zonder helm is tamelijk gewoon. Ook achter de bestuurder een passagier met daartussen 4 koffers komt voor. Riksja’s bieden plaats aan “ 3 idiots” met de waarschuwing ‘prevent tb, don’t spit”. De bestuurder vouwt dikwijls een been onder zich; zo maakt hij plaats voor een god naast hem.


In deze miljoenenstad (4 miljoen inwoners) Ahmadabad (wordt uitgesproken als: Amdabad) zie je ook dieren: honden, duiven, koeien, apen.





Een functie hebben kamelen, zij dragen mensen of trekken een kar; een enkele olifant wordt ook gebruikt als lastdier en stopt braaf voor rood licht.




In de lucht cirkelen roofvogels. Veel kabels en leidingen zijn bovengronds. Daarin en in de bomen hangen resten van vliegers. Op 15 januari werden die opgelaten ter viering van het nieuwe jaar.


Dan zijn er auto’s oud en nieuw, taxi’s, overvolle bussen en met bloemen of gekleurde randen beschilderde vrachtauto’s. Fietsers zijn er veel en de brommers in soorten en maten krioelen overal tussendoor. Onze bus rijdt langs hoge gebouwen en lage krotten. Bij die laatste doen vrouwen voor hun hut de was, koken eten, vegen of verbranden afval. In kraampjes en winkeltjes is van alles te koop: kleurige lappen, horloges, schoenen, loterijbriefjes, potten en pannen, meubels, groenten en fruit, brood, sapjes.

We rijden over een brede rivier, de Sabarmati,  het nieuwe stadsdeel uit. In het water op ronde “vlotten”staan mensen. In het oude stadsdeel wonen voornamelijk Moslims. Vroeger stond daar een muur omheen, nu resten er nog enkele stadspoorten.

Ondanks het feit dat we op tijd vertrokken, kwamen we te laat bij het Calico museum. De chauffeur van onze bus wist de weg niet en het verkeer was immens druk. De entree van dit museum is een rijkversierde houten poort met een kleine doorgang, waarachter zich een tuin ontrolt als een oase van rust en groen in deze hectisch stad. Helaas blijkt dat slechts negen leden van de groep worden toegelaten. In de tuin pauwen, weldoorvoede ratten, kleine eekhoorns en prachtige groene halsbandparkieten tussen vele soorten planten en bloeiende bomen met vijvers. Het museum is gevestigd in het woonhuis van de familie Sarabhai die een textielfabriek bezat en onder zijn leden vele filantropen telde. Hun privé collectie bestaat uit koninklijke tenten, tapijten, kostuums en religieuze schilderingen op prachtige stoffen, zoals brokaat, zilverweefsel en kashmir shawls. Deze prachtige collectie uit heel India, die hoofdzakelijk stamt uit de 17e en 18e eeuw is per regio zeer harmonisch opgesteld. Elke regio heeft zijn eigen weeftechniek en kleurengebruik. De collectie is te bezichtigen in de ruime kamers van een authentieke haveli. Dat is een uit leem opgetrokken huis met houten zuilen, plafonds en vensters versierd met prachtig houtsnijwerk. Het is een totaal kunstwerk. Als je er rondloopt heb je de indruk dat je belandt bent in een sprookje uit 1001 nacht.

De rest van de groep bekeek een tempel in de buurt, zat op de stoeprand de voorbijgangers te bekijken, besprak de Vlissingse boulevard en het roeien op de Reeuwijkse plassen en mocht opeens even naar de museumwinkel. Daar lagen prachtige boeken, die ingekeken mochten worden en velen kochten kopieën van beschilderde wandlappen.

Daarna met de bus naar Gandhi’s Ashram: Satyagraha. Hij stichtte deze ashram op enige afstand van de stad, omdat er ruimte moest zijn voor een boomgaard en het verbouwen van producten.


Gandhi zag dit als een laboratorium om de inwoners van deze streek te trainen in een andere manier van leven. Heel overzichtelijk werd het leven van Gandhi en zijn denkbeelden hier weergegeven aan de hand van vragen en antwoorden.



Enkele uitspraken die mij opvielen:

‘Het is diefstal als je meer neemt dan je minimaal nodig hebt’ en ‘Hij die geen plichten heeft, heeft ook geen rechten’.

Gandhi leefde hier van 1915 tot 1930.

Lunch in een oude moskee! Daar zag je niet veel meer van, behalve dat je tussen de graven zat: witte hekjes als van een kinderledikantje met daarin de bovenkant van een kist. Er groeide een boom heel schuin door de ruimte.


We aten er dosa’s. Die lijken op puntmutsen en zijn gemaakt van heel dun deeg. Je trekt er een stukje af en doopt dat in een sausje. Samen met lassi, een yohurtdrank, smaakte het heerlijk.



Dosa

Ondertussen is onze gastheer van gisteren Saby Vadakan gearriveerd. Hij zal onze gids zijn deze middag.
Eerst bezoeken we een Jain tempel.


De Jain kennen 24 Goden en 52 heiligen. Voor de tempel staat een stupa met een hoge minaret. Deze is toegewijd aan de 15e heilige. De stenen tempel daarachter staat op een vierkant plein omgeven door een zuilengalerij met 52 tempeltjes. In ieder tempeltje staan drie beelden met glazen ogen achter een houten deurtje. Door tralies in de bovenkant van iedere deur zijn de goden zichtbaar. De grote tempel telt ca. 40 kolommen, overdadig gevuld met beelden. De bogen, die de kolommen verbinden, zijn versierd met kantwerk in steen. Prachtig!





Daarna bezoeken we de Sidi Saiyad Moskee. Het is een sobere hoge hal van steen. Het mooist zijn de ramen. Weer in steen uitgevoerd kantwerk, waarin bijvoorbeeld een boom is uitgevoerd.


Dan leidt Saby ons door smalle winkelstraatjes in Maneck Chaud, de oude stad. Boven onze hoofden zeilen tegen de zon, aan weerszijden winkels waar werkelijk alles te koop is. De straatjes zijn vol mensen, daartussen riksja’s en scooters.







 Het is een overdaad aan geluid en kleur. De sliert Europese vrouwen valt op; kooplieden roepen ons aan, maar zijn niet opdringerig. Er worden grapjes gemaakt. Over onze leeftijd, die gemiddeld rond de 70 ligt.

Het lukt om niemand kwijt te raken . Opeens gaan we een klein straatje in tussen twee kramen en een trap omhoog. Het geluid van de stad wordt minder en we staan op een groot verstild plein.





Een waterbassin onder een dak met rondom kolommetjes, een geitje, enkele biddende mannen. Aan een kant van het grote plein staat een hoge moskee met 256 kolommen en 76 pilasters. Deze Irfama Masjid moskee is gebouwd door Sultan Ahmed Shah 1 in 1423. Het is een prachtig spel van lijnen en van donker en licht. Teruglopend bezoeken we de POL met haveli’s, een straatje met oude houten huizen

De helft van de groep gaat per riksja naar de bus; de anderen gaan opnieuw de wirwar van straatjes in. Heel bijzonder.


En dan krijgen we ’s avonds al die kleuren en geuren op ons bord in restaurant Vishalla, nadat wij zijn ontvangen met een geurige rode roos. Het restaurant is beroemd om zijn Gujarat specialiteiten! Ons “bord”, een boomblad, wordt omringd door kleine schaaltjes en bakjes en mannen lopen rond en kwakken ook nog hoopjes eten voor ons neer.







Met wel vijf verschillende soorten brood kunnen we dat alles eten. Bij elkaar wel 20 verschillende gerechtjes, van warm tot koud, van vloeibaar tot vast.


Als klap op de vuurpijl zagen we nog een marionettenspel. Poppen van een halve meter bewogen vliegensvlug, begeleid door trom, zang en geluidjes. Een monster met lange nek en een slang deden een aanval op het publiek, een pop ging er met een lantaarn vandoor.



Het was weer een volle, afwisselende, mooie dag vol verrassingen!

Elly en Betty met foto’s van Karin

1 opmerking:

Unknown zei

Lieve dames
Wat een heerlijk relaas. En wat een prachtige foto's. Ik herkende de stijl van schrijven meteen van Elly en Betty. Wat zien jullie een hoop en wat een leuke ontmoetingen. En al die bezoeken aan clubs en projecten. Om je vingers bij af te likken. Geniet van de warmte, want hier glibberen we nog steeds over de besneeuwde en bevroren straten.
We krabben wat af!
Liefs luud